Monumenten in keramiek

Ooit bakte hij stroopwafels in Gouda. Maar ook banket en bonbons in Zwolle, Groningen, Amsterdam en Deventer, tot hij tenslotte als instellingskok neerstreek in Hardenberg. Cornelis Jan Harthoorn werd op z’n 45e afgekeurd, waarna hij even niet wist hoe het verder moest. Maar omdat hij al op de Amsterdamse banketbakkersschool had laten zien dat hij het ambacht van dragant maken letterlijk in zijn vingers had, was dat voor hem de volgende logische stap.

Dragant is een suikerdeeg gemaakt van poedersuiker, eiwit en gelatine, waarmee je stevige suikerwerkstukken kunt maken. Harthoorn ging op dezelfde manier aan het werk met klei, maar dan geen bruidstaarten maken maar Amsterdamse gevelhuisjes. Kon niet, was de algemene opinie, want de klei gaat kromtrekken. Tot verbazing van de Hardenberger keramiekbakker die hij had geconsulteerd kwam het werkstuk precies zoals de bedoeling was uit de oven. Niet veel later kwam hij aanzetten met het gemeentehuis van Bedum. Op schaal, maar tot in de finesses gelijkend. Volgens de keramiekbakker was er geen enkele kans dat het bakken zou lukken, want het bouwwerk zou door de hitte tot ontploffing komen. Dat gebeurde niet.

Het stadhuis van Gouda.

Hierna ging het snel: gemeentehuizen, een oud ziekenhuis, het Groningse Goudkantoor, de Kloveniersdoelen van Middelburg, het Kasteel in Coevorden, het Amsterdamse Huis met de Hoofden (Keizersgracht 123). Hoe meer hij maakte, hoe meer medewerking hij kreeg van gemeentebestuurders, aannemers en architecten. En hoe hoger hij de lat voor zichzelf legde.
Uren studie, opmeten, fotograferen, kleuronderzoek. Want hoe krijg je het effect van een verweerde muur, om maar wat te noemen?

Aan zijn pronkstuk, het gemeentehuis van Veere, heeft hij bijna vijf maanden gewerkt. Dat bleef niet onopgemerkt, want overal werd hij gevraagd voor tentoonstellingen. Voor een grote expositie in Madurodam bijvoorbeeld, maar ook over de grens, in België. En overal vandaan kwamen de opdrachten. Of hij een serie monumentale gebouwen uit de provincie Antwerpen wilde maken, te beginnen met het bisschoppelijk paleis. En de top van de krijgsmacht kwam bij hem met de vraag of hij het blazoen van de verschillende krijgsmachtonderdelen in keramiek kon leveren.

Afgelopen voorjaar is Harthoorn verhuisd van zijn laagbouwwoning in Baalder naar een appartement in Hardenberg. Ruimte voor de kolossale keramieken kunstwerken is er niet meer, zodat de historische vereniging met een aantal exemplaren is bedacht.

Op termijn zullen ze geëxposeerd worden in het museum ’t Stadhuus, zodat nog veel meer mensen kunnen genieten van zijn Monumenten in keramiek.